Plan van aanpak
Trek om te beginnen je uitgaven van je inkomsten af, wat resteert is je netto besteedbaar inkomen. Dit is wat je overhoudt om aan jouw financiële doelen te besteden. Uitgaande van een positief netto besteedbaar inkomen heb je verschillende mogelijkheden met je geld. Zoals sparen, beleggen of schulden aflossen.
De volgende stap is het plan van aanpak. Je kijkt naar de financiële middelen die nodig zijn om je doelen te bereiken. Om het vermogen voor je financiële doelen bij elkaar te krijgen, kun je naast schulden aflossen ook kiezen voor sparen of beleggen. Of natuurlijk een combinatie van deze drie. Waarschijnlijk heb je een duidelijke voorkeur voor een van de genoemde methoden. Het is belangrijk het effect van je keuze goed in kaart te brengen.
Waarom zou je sparen?
Stel, je loopt niet graag risico en wilt je doelen bereiken door te sparen, dan wordt dit een lastig karwei. Want alleen de inflatie al is hoger dan de huidige spaarrente. Dit betekent dat je geen vermogen opbouwt, maar elk jaar inteert op je spaargeld. Dit laatste zal nog meer het geval zijn als je spaargeld boven de vrijstelling van € 50.000 (of € 100.000 met je fiscale partner) uitkomt, waardoor je ook nog belasting moet betalen over je vermogen. De rekensom: spaarrente minus inflatie minus eventuele belasting, komt dan negatief uit.
Hierdoor is sparen voor het behalen van financiële doelen die verder in de tijd liggen momenteel minder geschikt. Voor het opbouwen en behouden van een financiële buffer om onverwachte uitgaven op te vangen is sparen wel de beste methode.
En waarom zou je beleggen?
Een goed alternatief voor sparen is beleggen. Het is mogelijk om defensief, neutraal of offensief te beleggen. Ieder profiel heeft zo zijn eigen rendement en risicoverwachting. Het is belangrijk te weten welk effect een hoog of laag rendement heeft op de kans om jouw doelen te behalen. Ook heel belangrijk is te bepalen bij welke mate van risico je nog rustig slaapt.
Leren van Einstein
Ken je de anekdote over de wetenschapper Albert Einstein? Gevraagd naar het achtste wereldwonder zou hij hebben gezegd dat dit het rente-op-rente-effect is. Niet vreemd, want de kracht hiervan is enorm. Om hiervan te profiteren is het zaak om het ontvangen rendement dat je ontvangt op de beleggingsrekening niet op te nemen. Hierdoor wordt over dit bedrag ook weer rendement behaald. Daardoor groeit het kapitaal niet in een vaste rechte lijn, maar volgens een steeds stijgende curve (licht exponentieel). Dit geldt niet alleen voor het effect van rendement in de vorm van koersstijgingen, maar ook voor bijvoorbeeld dividend op uw beleggingen. Voor het wonder van rente op rente zijn vier factoren belangrijk: tijd, rendement, inleg en kosten.
Factor tijd
Hoe eerder je start met vermogen opbouwen via beleggen, hoe sneller je de doelen bereikt. Logisch natuurlijk, maar om te beseffen hoe groot dit effect is vind je onderstaand een rekenvoorbeeld.
Stel, je hebt voor jouw doel een bedrag van 250.000 euro nodig op 65-jarige leeftijd. Uitgaande van een verwacht nettorendement van 3 procent per jaar zul je als je 25 jaar bent 40 jaar lang 270 euro per maand moeten inleggen om dit doel te bereiken. Wanneer je 45 jaar bent zul je 20 jaar lang 760 euro per maand opzij moeten zetten. En als je 55 jaar bent leg je 10 jaar lang maar liefst 1.790 euro per maand in.
Factor rendement
Even belangrijk als de factor tijd, is het rendement dat je ontvangt op je geld.
Stel, we gaan uit van drie verschillende reële rendementspercentages van 1, 3 en 5 procent en een inleg van 270 euro per maand, gedurende een periode van 40 jaar. Op basis van 1 procent rendement bouw je ongeveer 160.000 euro op, bij 3 procent is dit zo’n 250.000 euro en uitgaande van 5 procent is de verwachting ruim 410.000 euro.
Factor inleg
Uiteraard speelt de hoogte van de inleg ook een rol. Hoe lager het verwachte rendement hoe meer geld je moet inleggen om je doel te bereiken. Maar wat is nu slimmer: maandelijks inleggen of een bedrag in één keer inleggen? Hiervoor vergelijken we het eindkapitaal als je 24.000 euro in één keer inlegt en dit 20 jaar laat staan met maandelijks 100 euro inleggen over 20 jaar (totaal ook een bedrag van 24.000 euro).
Stel, we gaan uit van een verwacht rendement van 5 procent netto per jaar. De opbrengst bij een inleg in één keer komt dan uit op ongeveer 65.000 euro en uitgaande van een inleg per maand op ruim 41.000 euro.
De inleg van een hoog bedrag in één keer levert doorgaans een hogere opbrengst op. Dit is ook logisch, het volledige bedrag rendeert immers vanaf dag 1. Houd er wel rekening mee dat deze methode ook meer risico oplevert bij beleggen. Met name als je beleggingen flink in waarde dalen, direct nadat je bent gestart. Voor de meeste mensen zal gespreid beleggen emotioneel een beter gevoel geven. Bovendien heeft ook niet iedereen een dergelijk groot bedrag beschikbaar om in een keer mee te beleggen.
Factor kosten
Onderschat de rol die kosten spelen bij het behalen van je financiële doelen niet. Rendementen zijn onzeker. Niet alleen bij beleggen, ook op de meeste spaarrekeningen kan de rente worden gewijzigd. Dat is in de afgelopen jaren wel duidelijk geworden. De enige zekerheid die je hebt zijn de kosten. Bij sparen is dit overzichtelijk en beperkt, bij beleggen is het ingewikkelder om inzicht te krijgen in de hoogte van de kosten.
Kies je strategie
Je weet nu meer over rendement en risico’s, waaronder inflatie en de invloed hiervan op het realiseren van je persoonlijke doelen. In veel gevallen is een combinatie van sparen, beleggen en aflossen op schulden de beste oplossing.
Als gecertificeerd financieel planner help ik je om financieel vooruit te kijken en een passende financiële strategie te vinden die bij je past en de beste kans biedt om uiteindelijk je doelen te bereiken!